Hoe geef je bij niet-voorverpakte levensmiddelen informatie over allergenen?
Niet-voorverpakte levensmiddelen zijn levensmiddelen die:
- niet voorverpakt te koop worden aangeboden, of
- op de plaats van verkoop worden verpakt.
De wet schrijft voor dat de ondernemer informatie moet kunnen geven aan de gast of klant over allergenen in niet-voorverpakte levensmiddelen. Dit kan op twee manieren:
- continu informatie aanbieden;
- mondeling informatie aanbieden.
Belangrijk is dat de gast of klant weet op welke manier allergeneninformatie beschikbaar is.
Continu informatie aanbieden
Als de ondernemer continu informatie aanbiedt, kan de gast of klant de informatie over allergenen in producten altijd zien. Dat kan schriftelijk of elektronisch. De allergenen staan bijvoorbeeld op de menukaart of een aparte allergenenkaart, op buffet- of schapkaartjes, een scherm, productstickers of het etiket.
Continu tonen van allergeneninformatie vraagt om zorgvuldig werken. Houd er rekening mee dat de allergenen in het product of de maaltijd kunnen veranderen zodra andere ingrediënten worden gebruikt. Dat geldt ook bij kleine aanpassingen in de samenstelling van ingrediënten, zoals een andere mayonaise of kruidenmix.
Mondelinge informatie op verzoek
Als de ondernemer kiest voor mondelinge informatie, dan moet het voor de gast of klant duidelijk zijn dat de allergeneninformatie op verzoek beschikbaar is:
- Op de menukaart kan bijvoorbeeld staan dat medewerkers informatie over allergenen kunnen geven.
- In de winkel kan bijvoorbeeld een (schap)bordje gebruikt worden waarop staat: 'Heeft u een allergie en wilt u informatie, vraag het ons' of 'Allergeneninformatie is beschikbaar bij onze medewerkers'.
Als de informatie over allergenen mondeling wordt gegeven, gelden de volgende regels:
- De informatie is gebaseerd op gegevens die zijn vastgelegd, bijvoorbeeld in:
- productspecificaties van de leverancier;
- een overzicht op papier van alle producten en allergenen;
- etiketten of ingrediëntenlijsten van de grondstoffen die in een bepaalde receptuur gebruikt worden;
- een digitale database.
- De informatie moet op de locatie aanwezig zijn. Dat mag schriftelijk, of elektronisch.
- Wanneer een gast of klant vraagt om allergeneninformatie, mag je altijd aangeven dat er even tijd nodig is om de informatie op te zoeken, bijvoorbeeld om de broninformatie of een collega te raadplegen, of etiketten te controleren.
In de praktijk betekent dit dat van alle producten, componenten, hulpgrondstoffen, halffabricaten, enzovoorts uitgezocht moet worden of ze een of meer allergenen bevatten. Hiervoor bestaan digitale modules of apps, waarmee de informatie eenvoudig per gerecht of product kan worden geordend.