De wet schrijft voor dat een ondernemer informatie over de 14 allergenen moet kunnen geven aan gasten of klanten, voor alle producten die hij aanbiedt (voorverpakt en niet-voorverpakt). Het doel van de wet is niet om allergenen te weren.

• Een Europese verordening, namelijk Verordening (EU) Nr. 1169/2011, beschrijft de wettelijke verplichtingen voor het geven van voedselinformatie aan consumenten. 
• De verordening is voor Nederland omgezet naar het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen. 
• Voor levensmiddelen die niet voorverpakt zijn, geldt daarnaast de Warenwetregeling allergeneninformatieverstrekking niet-voorverpakte levensmiddelen. 
• De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of bedrijven de regelgeving goed toepassen. De NVWA gaat daarbij na of in een bedrijf informatie over allergenen beschikbaar is en of de kennis over allergenenbeheer voldoende is. 
• Een ondernemer of medewerker kan met het certificaat van de e-learning Allergenen laten zien dat hij voldoende kennis heeft om klanten of gasten informatie over allergenen te geven.

Hoe je informatie over allergenen geeft, verschilt: voor voorverpakte levensmiddelen gelden andere regels dan voor levensmiddelen die niet zijn voorverpakt. In het kort betekent dit:

• Voorverpakte levensmiddelen: allergenen staan op het etiket in een opvallend lettertype.
• Niet-voorverpakte levensmiddelen: 
• onverpakte levensmiddelen die bedoeld zijn voor onmiddellijke verkoop: allergeneninformatie moet op de locatie beschikbaar zijn; een etiket is niet verplicht.
• onverpakte levensmiddelen die als winkelvoorraad worden verpakt, voorzien van winkeletiket: allergeneninformatie mag op het etiket, maar kan ook op een andere manier gegeven worden.

Hierna worden deze regels uitgelegd.