Een allergische reactie op voedsel ontstaat na contact met bepaalde eiwitten in voedsel. Vrijwel ieder voedingsmiddel bevat eiwitten. Die kunnen plantaardig of dierlijk zijn. De eiwitten die een reactie veroorzaken, noemen we allergenen. 

Bij voedselallergie reageert ons afweersysteem ongewoon sterk op die allergenen. Het lichaam ziet deze allergenen als indringers die onschadelijk moeten worden gemaakt. Daarom vormt het lichaam antistoffen. Elke keer wanneer het afweersysteem dit allergeen (het eiwit) herkent, worden de antistoffen in werking gesteld. De cellen in ons lichaam brengen de antistoffen in ons bloed. 

Een voorbeeld van zo'n antistof is histamine. 

• Histamine maakt het lichaam zelf aan, maar het kan ook in voeding zitten. 
• Histamine zorgt vaak voor de verschijnselen (symptomen) bij allergie. 
• De cellen die histamine maken, zitten in de mond, longen, slijmvliezen en huid: 
• in de mond kunnen ze leiden tot voedselallergie;
• in de longen kunnen ze leiden tot astma;
• in de slijmvliezen kunnen ze leiden tot hooikoorts;
• in de huid kunnen ze leiden tot een allergische reactie op een injectie of insectenbeet.